ECLI:NL:CRVB:2009:BH3090

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 februari 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-3113 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van de uitspraak inzake ongewijzigde voortzetting WAO-uitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 februari 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 18 april 2007. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van zijn bezwaar tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 11 november 2005, waarbij zijn WAO-uitkering ongewijzigd werd voortgezet met een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarop appellant in hoger beroep ging.

Tijdens de zitting op 5 januari 2009 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat hij niet in staat is om in loondienst arbeid te verrichten. Hij verwees naar ernstige vermoeidheid die niet medisch onderbouwd is, maar wel erkend wordt. Daarnaast noemde hij gezondheidsproblemen als gevolg van een operatie, die zijn slaap en vermoeidheid negatief beïnvloeden. De Raad heeft echter vastgesteld dat appellant in hoger beroep dezelfde gronden heeft aangevoerd als in de eerdere procedure bij de rechtbank, en dat deze gronden door de rechtbank al waren verworpen.

De Centrale Raad van Beroep is het eens met de overwegingen van de rechtbank en heeft geoordeeld dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking komt. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank en houdt in dat de WAO-uitkering van appellant ongewijzigd blijft.

Uitspraak

07/3113 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 18 april 2007, 06/1236 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 16 februari 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 januari 2009. Appellant is verschenen. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door M.J. Lagerweij.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 11 november 2005 heeft het Uwv de uitkering van appellant ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ongewijzigd voortgezet naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%.
1.2. Het bezwaar van appellant tegen dit besluit is bij besluit van 6 april 2006 (het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.
3. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij niet in staat is om in loondienst arbeid te verrichten. Daarbij heeft appellant erop gewezen dat hij last heeft van ernstige vermoeidheid die weliswaar medisch niet te onderbouwen is, maar wel is erkend. Appellant heeft verder opgemerkt dat zijn hart als gevolg van een operatie tegen zijn luchtpijp zit, waardoor hij slecht slaapt en zijn vermoeidheid is verergerd.
4. De Raad overweegt dat appellant in hoger beroep dezelfde gronden heeft aangevoerd als bij de rechtbank. In de uitspraak van de rechtbank is op die gronden ingegaan en zijn die gronden verworpen. De Raad is het eens met de uitspraak van de rechtbank en ook met de overwegingen van die uitspraak. Hetgeen appellant in hoger beroep heeft aangevoerd, is voor de Raad daarom geen reden om tot een ander oordeel te komen.
5. De aangevallen uitspraak komt dus voor bevestiging in aanmerking.
6. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand als voorzitter en J.P.M. Zeijen en P.J. Jansen als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 16 februari 2009.
(get.) J. Brand.
(get.) R.L. Rijnen.
KR