ECLI:NL:CRVB:2009:BH2878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en de beoordeling van het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS)
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WAO-uitkering van betrokkene, die aanvankelijk was vastgesteld op 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. Appellant, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), heeft de uitkering per 15 juni 2005 ingetrokken, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid van betrokkene op dat moment minder dan 15% zou zijn. Betrokkene heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door appellant. De rechtbank heeft het beroep van betrokkene gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd, waarbij zij oordeelde dat de arbeidskundige grondslag van het besluit niet voldoende was onderbouwd.
In hoger beroep heeft de Centrale Raad van Beroep de zaak behandeld. De Raad heeft vastgesteld dat betrokkene geen hoger beroep heeft ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank, waardoor het geschil zich beperkt tot de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit. De Raad heeft overwogen dat de signaleringen in het Claimbeoordelings- en Borgingssysteem (CBBS) niet voldoende waren toegelicht, wat de transparantie en toetsbaarheid van het besluit in gevaar bracht. De Raad heeft eerder uitspraken gedaan over de tekortkomingen van het CBBS en heeft geconcludeerd dat de aanpassingen die zijn doorgevoerd, de eerder geconstateerde onvolkomenheden in voldoende mate hebben opgeheven.
Uiteindelijk heeft de Raad beslist dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit geheel in stand blijven, en dat er geen nieuwe beslissing op bezwaar hoeft te worden genomen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en de leden de beslissing hebben genomen in aanwezigheid van de griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 februari 2009.