ECLI:NL:CRVB:2009:BG9623
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- C.W.J. Schoor
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Herziening van een eerdere uitspraak inzake arbeidsongeschiktheid en de toepassing van nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 januari 2009 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 15 september 2006, waarin de arbeidsongeschiktheid van de verzoeker werd behandeld. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft verzocht om herziening op basis van nieuwe feiten en omstandigheden die volgens hem niet eerder bekend waren. Het Uwv, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, heeft hierop gereageerd met een verweerschrift.
Tijdens de zitting op 28 november 2008 is de verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door drs. mr. M. de Graaff. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de juistheid van de eerdere uitspraak. De Raad heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die aan de voorwaarden van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht voldoen. De verzoeker had voor de eerdere uitspraak al kennis kunnen nemen van de relevante feiten en omstandigheden, waardoor deze niet als nieuw konden worden aangemerkt.
De Raad heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening niet kan worden toegewezen, omdat niet voldaan is aan de cumulatieve voorwaarden van de wet. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.