ECLI:NL:CRVB:2009:BG9521
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- A.C.A. Wit
- R.M. van Male
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake herziening uitkering WAZ en toename arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 23 maart 2007, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Appellant had verzocht om herziening van zijn uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) vanwege een vermeende toename van zijn arbeidsongeschiktheid per 5 juli 2004. De rechtbank had een psychiater als deskundige benoemd, die concludeerde dat er geen toename van beperkingen was vastgesteld. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij door psychische klachten niet in staat is om te werken en heeft hij rapporten van andere deskundigen overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 9 januari 2009 geoordeeld dat de rechtbank in haar beoordeling niet onjuist heeft gehandeld. De Raad heeft de conclusies van de deskundige, psychiater B.J. van Eyk, onderschreven en vastgesteld dat er geen medische grondslag is voor de stelling van appellant dat zijn arbeidsongeschiktheid is toegenomen. De Raad heeft ook opgemerkt dat de rechtbank in strijd met artikel 8:64 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft gehandeld door de zaak zonder zitting af te doen, nadat er nieuwe gedingstukken waren ingediend. De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd, maar het beroep van appellant ongegrond verklaard, en bepaald dat het Uwv het griffierecht moet vergoeden.
De uitspraak bevestigt dat de medische beoordeling van de deskundige leidend is en dat er geen aanleiding is om van deze beoordeling af te wijken. De Raad heeft geen nieuwe feiten of omstandigheden gevonden die een ander oordeel rechtvaardigen, en heeft de zaak zonder terugverwijzing afgedaan.