ECLI:NL:CRVB:2009:BG9466
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- A.C.A. Wit
- R.M. van Male
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering en geschiktheid van functies in medisch opzicht
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de intrekking van zijn WAO-uitkering door het Uwv. De intrekking vond plaats op basis van een beoordeling die stelde dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 18 april 2006 minder dan 15% was. Appellant had eerder een uitkering ontvangen die was berekend op een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. Het Uwv concludeerde dat appellant, ondanks zijn beperkingen, geschikt was voor de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies. Appellant maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde dit bezwaar ongegrond.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarbij de rechtbank oordeelde dat de medische beperkingen correct waren vastgesteld. Appellant voerde in hoger beroep aan dat de functies die hem waren voorgehouden niet passend waren en dat de nadere motivering van de bezwaararbeidsdeskundige onvoldoende was. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat de rechtbank ten onrechte de arbeidskundige grieven van appellant buiten beschouwing had gelaten. De Raad stelde vast dat de grieven van appellant nauw samenhangen met de medische grieven en dat de rechtbank had moeten overwegen om het onderzoek ter zitting aan te houden om het Uwv in de gelegenheid te stellen te reageren op de grieven.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak, verklaarde het beroep ongegrond, en veroordeelde het Uwv in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 644,--. Tevens werd bepaald dat het Uwv het betaalde griffierecht van € 106,-- aan appellant moest vergoeden. Deze uitspraak werd gedaan op 9 januari 2009.