ECLI:NL:CRVB:2008:BG8544
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de weigering tot herziening van WAO-uitkering wegens gebrek aan deugdelijk medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 december 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om zijn WAO-uitkering niet te herzien. Appellant had in hoger beroep aangevoerd dat het Uwv de ernst en omvang van zijn medische arbeidsbeperkingen had onderschat en dat het primaire medisch onderzoek niet was uitgevoerd door een geregistreerd verzekeringsarts. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, maar de Raad oordeelde dat het bestreden besluit niet was voorafgegaan door een deugdelijk medisch onderzoek, wat in strijd is met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor werd het bestreden besluit vernietigd, evenals de aangevallen uitspraak van de rechtbank, die het bestreden besluit ten onrechte in stand had gelaten. De Raad besloot echter om de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit geheel in stand te laten, wat betekent dat de eerdere beslissing van het Uwv om de uitkering niet te herzien, niet wordt teruggedraaid. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant, die in totaal € 966,- bedroegen, en moest het Uwv het griffierecht van € 144,- aan appellant vergoeden.