ECLI:NL:CRVB:2008:BG4926
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- J.G. Treffers
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om plaatsing in geambieerde functie met beroep op beleidsregel loopbaanpatronen militairen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, die zijn beroep tegen een besluit van de Commandant Koninklijke Marechaussee ongegrond had verklaard. Appellant, werkzaam bij de Koninklijke Marechaussee, had verzocht om plaatsing in een geambieerde functie, maar dit verzoek werd afgewezen op basis van artikel 3 van de Beleidsregel loopbaanpatronen militairen. De commandant bood wel een tijdelijke plaatsing aan, maar appellant wenste een langere termijn. De rechtbank oordeelde dat de commandant terecht had gehandeld en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de beleidsregel rechtvaardigden.
Tijdens de zitting op 9 oktober 2008 is appellant verschenen, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de commandant werd vertegenwoordigd door een medewerker van het ministerie van Defensie. De Raad voor de Rechtspraak heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig overwogen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten, aangezien de commandant niet in strijd had gehandeld met de beleidsregel en er geen toezegging was gedaan aan appellant over zijn plaatsing.
De uitspraak benadrukt het belang van de beleidsregel en de voorwaarden voor functievervulling in het buitenland, waarbij de Raad oordeelde dat de commandant niet gehouden was om appellant opnieuw in de geambieerde functie te plaatsen, ondanks eerdere plaatsingen. De Raad bevestigde dat de commandant had aangetoond dat de situatie van appellant verschilde van die van zijn collega’s, waardoor het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet opging.