ECLI:NL:CRVB:2008:BG3942
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- C.P.J. Goorden
- R.C. Stam
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en geschiktheid voor functies na medisch onderzoek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin de herziening van zijn WAO-uitkering aan de orde is. Appellant, die als autospuiter en schadehersteller werkte, viel op 31 januari 2000 uit vanwege rugklachten. Na een wettelijke wachttijd van 52 weken ontving hij vanaf 29 januari 2001 een WAO-uitkering, vastgesteld op 35 tot 45% arbeidsongeschiktheid. Na een verkeersongeval in januari 2003 verergerden zijn klachten. In 2005 werd appellant herbeoordeeld door verzekeringsarts M.S.G. Fouad, die beperkingen vaststelde en een Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) opstelde. De arbeidsdeskundige concludeerde dat appellant niet meer geschikt was voor zijn eigen werk, maar nog wel voor andere functies, wat leidde tot een herziening van de uitkering per 17 november 2005 naar 15 tot 25% arbeidsongeschiktheid.
Appellant ging in bezwaar tegen deze beslissing, maar het Uwv verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank bevestigde deze beslissing, waarbij werd opgemerkt dat de medische rapportages zorgvuldig waren en dat er onvoldoende bewijs was voor zwaardere beperkingen. In hoger beroep voerde appellant aan dat er meer medische beperkingen waren dan vastgesteld, onder verwijzing naar informatie van zijn revalidatiearts en behandelend orthopedisch chirurg. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de aan appellant geduide functies geschikt waren en dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep, waarbij de voorzitter en leden de zaak beoordeelden. De Raad concludeerde dat de eerdere oordelen van de rechtbank en het Uwv juist waren en dat er geen termen waren voor proceskostenvergoeding.