ECLI:NL:CRVB:2008:BG3720
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- M.D.F. de Moor
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van de WAO
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Roermond, waarin het verzoek om herziening van een eerder afgewezen besluit door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd afgewezen. Appellant had verzocht om een verhoging van zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van artikel 22 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), met terugwerkende kracht. Het Uwv had dit verzoek eerder afgewezen, en de rechtbank had het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 31 oktober 2008 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat de rechtbank een veel indringender toets had aangelegd dan het Uwv, en dat appellant niet had aangetoond dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigden. De Raad benadrukte dat het verzoek van appellant als een herhaalde aanvraag moest worden beschouwd, en dat het Uwv bevoegd was om het eerdere besluit te handhaven. De Raad concludeerde dat het Uwv in redelijkheid tot het bestreden besluit had kunnen komen en dat het beroep van appellant ongegrond werd verklaard.
De uitspraak van de Raad is gedaan door een meervoudige kamer, waarbij J.W. Schuttel als voorzitter fungeerde. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, en er werd geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De Raad bevestigde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de herziening van het besluit konden rechtvaardigen, en dat de eerdere afwijzing van het Uwv terecht was geweest.