ECLI:NL:CRVB:2008:BF0341
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding griffierecht
In deze zaak gaat het om een verzet tegen een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. De uitspraak vond plaats op 21 augustus 2008 en betreft de zaak met nummer 07/5749 WAO. De appellant, wonende in Marokko, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar van 7 september 2007. De Raad had in zijn eerdere uitspraak van 3 april 2008 geoordeeld dat het griffierecht niet tijdig was voldaan, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij hij stelde dat hij het griffierecht wel binnen de gestelde termijn had voldaan. Hij verwees naar een bijlage die zou aantonen dat de betaling op 17 januari 2008 was gedaan, terwijl de termijn op 17 december 2007 verstreek.
Tijdens de zitting op 10 juli 2008 was de appellant niet aanwezig, maar de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd vertegenwoordigd door mr. C.F. Sitvast. De Raad heeft de argumenten van de appellant in het verzetschrift beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze onvoldoende gronden boden voor gegrondverklaring van het verzet. De Raad stelde vast dat de betaling van het griffierecht pas op 22 januari 2008 op de rekening van de Raad was ontvangen, wat na de fatale termijn was. De Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat de appellant niet in verzuim was geweest.
Uiteindelijk verklaarde de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter M.M. van der Kade en de leden H.J. Simon en H.J. de Mooij, met M.J. Bernhagen als griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 21 augustus 2008.