ECLI:NL:CRVB:2008:BE9925
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.A. Hoogeveen
- B.M. van Dun
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van het bestreden besluit inzake WW-uitkering en proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 augustus 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Alkmaar. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar bezwaar tegen een eerder besluit ongegrond had verklaard. Dit eerdere besluit bepaalde dat appellante, in verband met de fictieve opzegtermijn zoals bedoeld in artikel 16, derde lid, van de Werkloosheidswet (WW), tot 1 maart 2006 geen WW-uitkering toekwam.
Tijdens de zitting op 16 juli 2008 is appellante verschenen, bijgestaan door haar advocaat mr. J.H. Vegter. Het Uwv was vertegenwoordigd door mr. M. van Nederveen. Tijdens de zitting heeft het Uwv meegedeeld dat het bestreden besluit niet langer wordt gehandhaafd, wat betekent dat de aangevallen uitspraak voor vernietiging in aanmerking komt. De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv opnieuw op het bezwaar van appellante moet beslissen, waarbij ook aandacht moet worden besteed aan het verzoek om vergoeding van proceskosten.
De Raad heeft het Uwv op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.288,--. Daarnaast is bepaald dat het Uwv het door appellante betaalde griffierecht van € 143,-- dient te vergoeden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met M.A. Hoogeveen als voorzitter en B.M. van Dun en M. Greebe als leden, en is in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier M.J.A. Reinders.