ECLI:NL:CRVB:2008:BD8928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- J.P.M. Zeijen
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen besluit Uwv inzake WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had het bezwaar van appellant tegen een eerder besluit, dat zijn WAO-uitkering ingaande 20 juli 2005 introk, niet-ontvankelijk verklaard omdat appellant buiten de bezwaartermijn van zes weken bezwaar had gemaakt. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 juli 2008 uitspraak gedaan in deze zaak.
Tijdens de zitting op 23 mei 2008 heeft de Raad vastgesteld dat het Uwv appellant alsnog voor 80 tot 100% arbeidsongeschikt heeft geacht. Desondanks heeft de Raad geoordeeld dat er geen procesbelang meer bestaat bij een oordeel over de aangevallen uitspraak en het bestreden besluit, omdat het Uwv inmiddels weer een WAO-uitkering verstrekt. De Raad heeft geconcludeerd dat er geen geschil meer is over het besluit van het bestuursorgaan, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
De Raad heeft echter wel termen aanwezig geacht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant, die zijn begroot op € 1288,- voor verleende rechtsbijstand in zowel beroep als hoger beroep. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J.W. Schuttel als voorzitter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier M. Lochs.