ECLI:NL:CRVB:2008:BD8785
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake vordering wegens meerinkomen en toetsingsinkomen bij studiefinanciering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen een besluit van de IB-Groep ongegrond heeft verklaard. De IB-Groep had appellant studiefinanciering toegekend, maar na controle van zijn neveninkomsten werd een vordering wegens meerinkomen vastgesteld. Appellant stelde dat het toetsingsinkomen te hoog was vastgesteld, omdat de IB-Groep geen rekening had gehouden met de terugbetaling van een studiekostenvergoeding. De rechtbank oordeelde dat de terugbetaling niet als negatief loon kon worden aangemerkt, omdat er geen bewijs was dat de uitbetaling als positief loon was aangemerkt. Appellant herhaalde in hoger beroep zijn eerdere argumenten, maar de Raad voor de Rechtspraak kwam tot de conclusie dat er geen wezenlijk nieuwe gezichtspunten waren gepresenteerd. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat de IB-Groep de inkomensgegevens correct had vastgesteld. De vordering wegens meerinkomen werd bevestigd, en de Raad oordeelde dat er geen strijdigheid was met het gelijkheidsbeginsel of andere beginselen van behoorlijk bestuur. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werden geen proceskosten aan de IB-Groep opgelegd.