ECLI:NL:CRVB:2008:BD8376

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-977 WWB
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling in proceskosten door de rechtbank Assen

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen (hierna: appellant) tegen een uitspraak van de rechtbank Assen van 3 januari 2007. De rechtbank had het beroep van de betrokkene gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en appellant opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Appellant is in hoger beroep gegaan, waarbij de veroordeling in de proceskosten van de betrokkene ter discussie staat. De betrokkene, vertegenwoordigd door advocaat J.S. Muntinga, heeft een verweerschrift ingediend, maar beide partijen zijn niet verschenen tijdens de zitting op 1 juli 2008.

De Centrale Raad van Beroep overweegt dat, indien een besluit onhoudbaar is gebleken, het bestuursorgaan op grond van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in de proceskosten van de belanghebbende wordt veroordeeld, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die dit rechtvaardigen. Appellant heeft aangevoerd dat de betrokkene pas in beroep met relevante stukken is gekomen, die hebben geleid tot de gegrondverklaring van het beroep. De Raad oordeelt echter dat er in dit geval geen sprake is van bijzondere omstandigheden die de veroordeling in proceskosten kunnen rechtvaardigen.

De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover deze is aangevochten en veroordeelt appellant in de proceskosten van de betrokkene in hoger beroep, begroot op € 322,-- voor verleende rechtsbijstand. Tevens wordt bepaald dat er griffierecht van € 422,-- door de gemeente Hoogeveen moet worden geheven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met G.A.J. van den Hurk als voorzitter en J.J.A. Kooijman en C.J. Borman als leden, in aanwezigheid van griffier M.J. Bernhagen.

Uitspraak

07/977 WWB
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen (hierna: appellant)
tegen de uitspraak van de rechtbank Assen van 3 januari 2007, 05/1091 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
[Naam betrokkene], wonende te [woonplaats] (hierna: betrokkene),
en
appellant
Datum uitspraak: 22 juli 2008
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Namens betrokkene heeft J.S. Muntinga, advocaat te Hoogeveen, een verweerschrift ingediend.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 1 juli 2008. Partijen zijn niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank, met bepalingen omtrent de vergoeding van griffierecht en proceskosten, het beroep gegrond verklaard, het door betrokkene bestreden besluit vernietigd en appellant opdracht gegeven een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
2. Het hoger beroep richt zich tegen de door de rechtbank uitgesproken veroordeling van appellant in de proceskosten van betrokkene. Daarbij is aangevoerd dat betrokkene eerst in beroep met stukken is gekomen die bij de rechtbank tot een gegrondverklaring van het beroep hebben geleid. Ten tijde van het nemen van het bestreden besluit waren deze gegevens niet voorhanden, zodat het besluit op bezwaar naar het oordeel van appellant op goede gronden is genomen.
3. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
3.1. Indien een besluit onhoudbaar is gebleken, geldt als uitgangspunt dat het bestuursorgaan met toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht in de proceskosten van de belanghebbende wordt veroordeeld. Hierop kan slechts een uitzondering worden gemaakt vanwege bijzondere omstandigheden, in het bijzonder indien de noodzaak om beroep in te stellen uitsluitend was te wijten aan de handelwijze van belanghebbende zelf. Nu hier in het onderhavige geval geen sprake van is, kan het hoger beroep niet slagen.
4. Het voorgaande betekent dat de aangevallen uitspraak - voor zover aangevochten - voor bevestiging in aanmerking komt.
5. De Raad ziet aanleiding om appellant te veroordelen in de proceskosten van betrokkene in hoger beroep. Deze kosten worden begroot op € 322,-- voor verleende rechtsbijstand.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
Veroordeelt appellant in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 322,--, te betalen door de gemeente Hoogeveen;
Bepaalt dat van de gemeente Hoogeveen een griffierecht van € 422,-- wordt geheven.
Deze uitspraak is gedaan door G.A.J. van den Hurk als voorzitter en J.J.A. Kooijman en C.J. Borman als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.J. Bernhagen als griffier, uitgesproken in het openbaar op 22 juli 2008.
(get.) G.A.J. van den Hurk
(get.) M.J. Bernhagen
OA