ECLI:NL:CRVB:2008:BD6377
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- R. Kruisdijk
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en medische beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad, waarin de herziening van zijn WAO-uitkering aan de orde is. Appellant had een uitkering op grond van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ontvangen, die oorspronkelijk was vastgesteld op 80 tot 100% wegens psychische klachten. Echter, per 18 augustus 2005 werd deze uitkering ongewijzigd voortgezet, maar met ingang van 11 januari 2006 herzien naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%. Appellant was het niet eens met deze herziening en stelde dat zijn medische beperkingen, met name op het gebied van lopen, niet correct waren ingeschat. Hij voerde aan dat de functie van postbode ongeschikt voor hem was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de rechtbank terecht oordeelde dat de medische onderbouwing van het bestreden besluit niet onzorgvuldig was. De Raad oordeelde dat de voetklachten van appellant en het gebruik van orthopedisch schoeisel voldoende waren meegewogen in de medische beoordeling. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellant niet voldoende objectieve medische gegevens had overgelegd om zijn stellingen te onderbouwen. De Raad bevestigde dat de belasting in de functie van bezorger/postbode binnen de voor appellant vastgestelde belastbaarheid viel.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak bevestigd en geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op 20 juni 2008.