ECLI:NL:CRVB:2008:BD6376
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- E.M. de Bree
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Herhaalde aanvraag voor arbeidsongeschiktheidsuitkering en de vereisten voor nieuwe feiten
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn aanvraag voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering werd afgewezen. Appellant had in 1989 een uitkering aangevraagd, die in 1992 werd afgewezen en in rechte onaantastbaar werd. In 1996 diende hij een herhaalde aanvraag in, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd afgewezen. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de herhaalde aanvraag moet worden aangemerkt als een verzoek om terug te komen van het eerdere besluit. De Raad benadrukt dat de aanvrager nieuwe feiten of veranderde omstandigheden moet vermelden om een herhaalde aanvraag te kunnen honoreren. In dit geval heeft appellant geen nieuwe feiten aangedragen, waardoor het Uwv de aanvraag terecht heeft afgewezen. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaart het bezwaar van appellant ongegrond. Tevens wordt het Uwv opgedragen het griffierecht aan appellant te vergoeden.