ECLI:NL:CRVB:2008:BD6363
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- E.M. de Bree
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verlaging WAO-uitkering en geschiktheid voor geselecteerde functies
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de verlaging van haar WAO-uitkering werd bevestigd. Appellante, die voorheen als caissière werkte, ontving sinds 8 december 1999 een WAO-uitkering op basis van 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. Echter, na een herbeoordeling op 14 januari 2005, werd haar uitkering per 24 februari 2005 ingetrokken, omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante ging in bezwaar, wat leidde tot een gegrondverklaring van haar bezwaar en een herbeoordeling van haar arbeidsongeschiktheid op 15 tot 25%.
De rechtbank onderschreef de medische grondslag van het besluit van het Uwv en verklaarde het beroep ongegrond. In hoger beroep stelde appellante dat het Uwv haar beperkingen had onderschat en dat zij medisch gezien niet geschikt was voor de geselecteerde functies. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de medische beoordeling zorgvuldig was uitgevoerd en dat de rapportages van de verzekeringsartsen voldoende inzicht boden in de geschiktheid van appellante voor de functies.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak, maar liet de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 966,- bedroegen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met G.J.H. Doornewaard als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 4 juli 2008.