ECLI:NL:CRVB:2008:BD3740
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst Hagen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO-vergoeding
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, een verzoek ingediend tot herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 16 maart 2007, waarin haar aanspraken op vergoeding van rapporten van mevrouw Verhage niet werden erkend. Verzoekster stelde dat er sprake was van evidente onjuistheid en een foutieve uitleg van de jurisprudentie, en dat er nieuwe feiten en omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden. Het Uwv heeft in een verweerschrift verzocht om verzoekster te veroordelen in de proceskosten wegens kennelijk onredelijk gebruik van procesrecht.
De Raad overweegt dat herziening op grond van evidente onjuistheid alleen mogelijk is indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn, zoals bedoeld in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft echter geen nieuwe feiten of omstandigheden kunnen vaststellen in het aanvullende verzoekschrift van verzoekster. Hierdoor kon de gewenste hernieuwde discussie over de deskundigheid van mevrouw Verhage en de vergoeding van haar rapporten niet worden gevoerd.
De Raad heeft ook overwogen dat er termen aanwezig zijn om verzoekster te veroordelen in de proceskosten van het Uwv, die zijn vastgesteld op € 16,50 voor reiskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 6 juni 2008.