ECLI:NL:CRVB:2008:BD3733
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst Hagen
- Rechtspraak.nl
Herziening van de uitspraak inzake WAO-aanspraken en nieuwe feiten
In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 november 2006, waarin haar aanspraken op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) niet naar behoren zouden zijn erkend. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 juni 2008 uitspraak gedaan op dit verzoek. Het Uwv heeft in een verweerschrift aangegeven dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening van de eerdere uitspraak rechtvaardigen.
De Raad overweegt dat voor een hernieuwde discussie over de zaak, zoals verzocht door de gemachtigde van verzoekster, nieuwe feiten of omstandigheden noodzakelijk zijn volgens artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft echter geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid kunnen vaststellen in het verzoekschrift van verzoekster. Hierdoor kon het verzoek om herziening niet worden ingewilligd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst Hagen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier M.C.T.M. Sonderegger. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 4 april 2008, waarbij mr. De Jonge namens verzoekster aanwezig was en het Uwv vertegenwoordigd werd door drs. J. Hut.