ECLI:NL:CRVB:2008:BD3733

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
6 juni 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-168 WAO + 07-171 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herziening van de uitspraak inzake WAO-aanspraken en nieuwe feiten

In deze zaak heeft verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 november 2006, waarin haar aanspraken op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) niet naar behoren zouden zijn erkend. De Centrale Raad van Beroep heeft op 6 juni 2008 uitspraak gedaan op dit verzoek. Het Uwv heeft in een verweerschrift aangegeven dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die een herziening van de eerdere uitspraak rechtvaardigen.

De Raad overweegt dat voor een hernieuwde discussie over de zaak, zoals verzocht door de gemachtigde van verzoekster, nieuwe feiten of omstandigheden noodzakelijk zijn volgens artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft echter geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid kunnen vaststellen in het verzoekschrift van verzoekster. Hierdoor kon het verzoek om herziening niet worden ingewilligd.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing aangegeven dat er geen termen zijn voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst Hagen als leden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier M.C.T.M. Sonderegger. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 4 april 2008, waarbij mr. De Jonge namens verzoekster aanwezig was en het Uwv vertegenwoordigd werd door drs. J. Hut.

Uitspraak

07/168 WAO + 07/171 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 17 november 2006, 04/5068 WAO + 04/5069 WAO, in het geding tussen:
[Verzoekster] (hierna: verzoekster)
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 6 juni 2008
I. PROCESVERLOOP
Mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, heeft namens verzoekster verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 17 november 2006, 04/5068 WAO + 04/5069 WAO.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 april 2008.
Mr. De Jonge is verschenen namens verzoekster.
Het Uwv was vertegenwoordigd door drs. J. Hut.
II. OVERWEGINGEN
1. Verzoekster heeft verzocht om herziening van de uitspraak van 17 november 2006. Naar haar mening zijn haar aanspraken bij die uitspraak niet naar behoren erkend.
2. Het Uwv heeft in het verweerschrift uiteengezet waarom er naar zijn mening geen sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die tot herziening van de bestreden uitspraak zouden kunnen leiden.
3.1. De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoekster gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.2. De Raad heeft echter in het verzoekschrift geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb kunnen onderkennen. Daarom dient het verzoek om herziening te worden afgewezen.
4. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst Hagen als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier, uitgesproken in het openbaar op 6 juni 2008.
(get.) J. Janssen.
(get.) M.C.T.M. Sonderegger.
SSw