ECLI:NL:CRVB:2008:BD0938
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.S.E. Wulffraat-van Dijk
- H.G. Rottier
- M. Greebe
- Rechtspraak.nl
Toekenning van een gedeeltelijke WAO-uitkering na hoger beroep met betrekking tot belastbaarheid en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Breda, waarin de rechtbank de medische grondslag van het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft onderschreven. Appellante, die als schoonmaakster/verzorgende werkte, was uitgevallen wegens rugklachten en later ook wegens migraine- en pijnklachten. Het Uwv had haar aanvankelijk geen WAO-uitkering toegekend, omdat zij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. In hoger beroep heeft appellante nieuwe informatie overgelegd die betrekking heeft op een herbeoordeling van haar arbeidsongeschiktheid, waaruit blijkt dat haar uitkering met ingang van 12 maart 2007 is verhoogd naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de eerdere medische onderbouwing onvoldoende was en dat er termen aanwezig waren om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante. De Raad heeft het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten. De Raad oordeelde dat de aan de schatting ten grondslag gelegde functies binnen de belastbaarheid van appellante vallen, en dat de medische informatie die in hoger beroep is overgelegd, niet voldoende was om de eerdere conclusies te weerleggen. De uitspraak werd gedaan op 23 april 2008.