ECLI:NL:CRVB:2008:BD0704
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 april 2008 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 14 juni 2007, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant, wonende in Nador, Marokko, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 4 september 2006. De Raad oordeelde dat appellant het verschuldigde griffierecht van € 105,-- niet tijdig had betaald, ondanks dat hij meerdere keren de gelegenheid had gekregen om dit te doen. De termijn voor betaling was vastgesteld in een aangetekende brief van 27 november 2006 en verlengd tot en met 28 maart 2007. De Raad concludeerde dat er geen gronden waren aangevoerd in het verzet die tot een ander oordeel konden leiden. Appellant had uitstel voor betaling aangevraagd en gekregen, maar had desondanks niet binnen de gestelde termijnen voldaan aan zijn verplichtingen. De Raad oordeelde dat appellant in verzuim was en dat er geen reden was om het verzet gegrond te verklaren. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M.M. van der Kade als voorzitter en H.J. Simon en H.J. de Mooij als leden. De beslissing werd in het openbaar uitgesproken, waarbij A.C. Palmboom als griffier aanwezig was. De Raad besloot het verzet ongegrond te verklaren en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.