ECLI:NL:CRVB:2008:BD0484
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van studiefinanciering wegens overschrijding bijverdiengrens en onjuiste informatieverstrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissingen van de rechtbank 's-Gravenhage. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken van de rechtbank, die de beroepen tegen de besluiten van de IB-Groep ongegrond had verklaard. De IB-Groep had appellant een vordering opgelegd wegens het in bezit hebben van een OV-studentenkaart in de jaren 2001 en 2002, wat volgens de IB-Groep leidde tot overschrijding van de bijverdiengrens. Appellant stelde dat hij onjuist was geïnformeerd over de bijverdiengrens tijdens een bezoek aan het regiokantoor in Den Haag op 2 augustus 2000. Hij betoogde dat de IB-Groep daarom niet had mogen overgaan tot het opleggen van de vordering.
De Raad heeft het verzoek van appellant om de behandeling ter zitting uit te stellen afgewezen, omdat dit verzoek te laat was ingediend. Tijdens de zitting op 22 februari 2008 was appellant niet aanwezig, maar de IB-Groep werd vertegenwoordigd door mr. drs. E.H.A. van den Berg. De Raad heeft de stellingen van appellant zorgvuldig overwogen, maar kwam tot de conclusie dat niet genoegzaam aannemelijk was geworden dat appellant onjuist was geïnformeerd. De Raad onderschreef het oordeel van de rechtbank dat er onvoldoende objectieve aanknopingspunten waren voor de stelling dat er sprake was van een ondubbelzinnige toezegging waarop appellant zich had kunnen verlaten.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraken bevestigd en geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van griffier M.C.T.M. Sonderegger en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.