ECLI:NL:CRVB:2008:BC9182
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- C.W.J. Schoor
- H.G. Rottier
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 april 2008 uitspraak gedaan over een verzoek tot herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 20 februari 2007. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft verzocht om herziening van de uitspraak die haar aanspraken op basis van de Wet op de Arbeidsongeschiktheid (WAO) niet erkende. Het verzoek is ingediend omdat verzoekster meende dat de eerdere uitspraak onvoldoende gemotiveerd was en niet in overeenstemming met de geldende jurisprudentie. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend en was vertegenwoordigd door mr. H. van Wijngaarden tijdens de zitting op 19 februari 2008.
De Raad overweegt dat herziening op basis van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) alleen mogelijk is indien er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die niet eerder bekend waren en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad concludeert dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aan deze voorwaarden voldoen. De stelling van de gemachtigde van verzoekster dat de eerdere uitspraak onvoldoende gemotiveerd was, kan niet worden aangemerkt als een nieuw feit of omstandigheid. Daarom wordt het verzoek om herziening afgewezen.
De uitspraak is gedaan door de voorzitter C.W.J. Schoor en de leden H.G. Rottier en C.P.M. van de Kerkhof, in aanwezigheid van griffier M.H.A. Jenniskens. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.