ECLI:NL:CRVB:2008:BC8265

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05-4591 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • J. Janssen
  • G.J.H. Doornewaard
  • J. Brand
  • M.C.T.M. Sonderegger
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van verzet tegen eerdere uitspraak inzake herziening WAO-uitkering

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 maart 2008 uitspraak gedaan over het verzet van verzoeker tegen een eerdere uitspraak van 13 januari 2006. De Raad had in die eerdere uitspraak het verzoek om herziening van een eerdere beslissing van 27 mei 2005 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft verzet aangetekend, maar is niet verschenen op de zitting van 1 februari 2008, waar het verzet ter behandeling aan de orde was gesteld. De Raad heeft vastgesteld dat de uitspraak van 13 januari 2006 correct is verzonden en niet is geretourneerd. Het verzetschrift is pas op 16 maart 2007 ontvangen, wat betekent dat de termijn van zes weken voor het indienen van verzet is overschreden. Verzoeker heeft geen argumenten aangedragen die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden maken. Daarom heeft de Raad besloten het verzet niet-ontvankelijk te verklaren. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

05/4591 WAO
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 27 mei 2005, 03/1161,
in het geding tussen:
[verzoeker]
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Datum uitspraak: 14 maart 2008
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet van 13 januari 2006 heeft de Raad het door verzoeker gedane verzoek om herziening van de uitspraak van 27 mei 2005 niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 13 januari 2006 heeft verzoeker verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 1 februari 2008, waar verzoeker noch de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De Raad stelt vast dat de uitspraak van 13 januari 2006 aangetekend is verzonden aan het juiste adres en dat deze uitspraak niet bij de Raad retour is ontvangen.
Nu het verzetschrift op 16 maart 2007 ter griffie van de Raad is ontvangen, is de termijn van zes weken voor het doen van verzet overschreden.
Door verzoeker is in verzet niets aangevoerd dat aanleiding zou kunnen vormen de termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.
Gelet op het voorgaande dient het verzet niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen als voorzitter en G.J.H. Doornewaard en
J. Brand als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier, uitgesproken in het openbaar op 14 maart 2008.
(get.) J. Janssen.
(get.) M.C.T.M. Sonderegger.
TM
III. DÉCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non-recevable.
Par conséquent, décidée par M. le maître J. Janssen en qualité de président, M. le maître G.J.H. Doornewaard et M. le maître J. Brand comme membres, en présence de
M.C.T.M. Sonderegger en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public,
le 14 Mars 2008.