ECLI:NL:CRVB:2008:BC8140
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- M.C.T.M. Sonderegger
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- A.T. de Kwaasteniet
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WAO-schatting en arbeidsongeschiktheid van appellant
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had de WAO-uitkering van appellant herzien, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid werd vastgesteld op 35 tot 45%. De rechtbank oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren om de conclusie van de bezwaarverzekeringsarts te betwisten. Appellant stelde dat hij niet in staat was om 24 uur per week te werken en dat zijn psychische klachten onvoldoende waren meegewogen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellant feitelijk 24 uur per week werkzaam was en dat er sprake was van duurzame verdiencapaciteit. De Raad vond geen reden om de medische en arbeidskundige grondslag van de WAO-schatting te betwijfelen. De argumenten van appellant, waaronder de rapportage van psychiater D. Corstens, werden niet overtuigend geacht. De Raad concludeerde dat de verhoging van de uitkering per 12 september 2005 niet betekende dat appellant ook per 20 september 2004 recht had op een hogere uitkering.
De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, waarbij J. Brand als voorzitter fungeerde. De Raad achtte het hoger beroep ongegrond en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, zonder termen aanwezig te zien voor een proceskostenveroordeling.