ECLI:NL:CRVB:2008:BC7058
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-uitkering en belastbaarheid van betrokkene
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een uitspraak van de rechtbank Alkmaar. De rechtbank had op 7 december 2006 geoordeeld dat het Uwv de WAO-uitkering van betrokkene met ingang van 20 december 2002 ten onrechte had geweigerd te herzien. De rechtbank oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts niet zonder eigen onderzoek van betrokkene de Functionele Mogelijkheden Lijst (FML) had mogen nuanceren. De bezwaarverzekeringsarts had echter uitgebreid dossieronderzoek gedaan en alle beschikbare informatie in overweging genomen, wat de Centrale Raad van Beroep tot een andere conclusie leidde.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de bezwaarverzekeringsarts de bijstellingen in de FML kon doen zonder zelf betrokkene te onderzoeken. De Raad vond dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende medische onderbouwing had voor zijn conclusies over de belastbaarheid van betrokkene. De Raad concludeerde dat betrokkene in staat was om de geselecteerde functies van productiemedewerker industrie, elektronicamonteur en productiemedewerker textiel te vervullen, ondanks de beperkingen die in de FML waren opgenomen.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep ongegrond. De Raad achtte geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding werd toegekend. De uitspraak werd gedaan op 7 maart 2008, waarbij de betrokken rechters de zaak in openbaar hebben behandeld.