ECLI:NL:CRVB:2008:BC6306
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- K. Zeilemaker
- J.J.A. Kooijman
- Rechtspraak.nl
Terugvordering onverschuldigd betaalde bijstandsuitkering wegens inkomsten uit arbeid van ex-echtgenote
In deze zaak gaat het om de terugvordering van onverschuldigd betaalde bijstandsuitkering door het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss. Appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.J. Driessen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, die op 14 september 2006 uitspraak deed in deze kwestie. De rechtbank had het beroep van appellant gegrond verklaard, het besluit van het College van 29 april 2005 vernietigd, maar de rechtsgevolgen van dat besluit in stand gelaten.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 11 maart 2008 uitspraak gedaan. De Raad oordeelt dat het College van terugvordering kan afzien indien er geen verwijt kan worden gemaakt aan de belanghebbende of indien er dringende redenen van immateriële aard zijn. Appellant stelde dat hij niet op de hoogte was van de inkomsten van zijn ex-echtgenote en dat de terugvordering extreme hardheid met zich meebracht, omdat hij hierdoor geen beroep kon doen op de schuldsaneringsregeling.
De Raad concludeert echter dat de onwetendheid van appellant en zijn gebrekkige kennis van het Nederlands niet afdoen aan zijn verantwoordelijkheid voor de onjuist ingevulde informatieformulieren. De Raad is van mening dat er geen dringende redenen aanwezig zijn die de terugvordering onaanvaardbaar maken, en dat de geestelijke of lichamelijke gezondheid van appellant niet in het geding is. Daarom wordt het hoger beroep afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. Er wordt geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.