ECLI:NL:CRVB:2008:BC6303
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- M.M. van der Kade
- H.J. Simon
- H.J. de Mooij
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WAO-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 februari 2008 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar hoger beroep. De zaak betreft een geschil over de WAO-uitkering van appellante, die eerder door de rechtbank Amsterdam op 26 oktober 2006 was behandeld. De Raad had op 30 maart 2007 het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht van € 105,-- niet tijdig was betaald. Appellante heeft hiertegen verzet aangetekend, maar tijdens de zitting op 17 januari 2008 zijn partijen niet verschenen.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat appellante in haar verzetschrift geen nieuwe argumenten heeft aangedragen die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat het verzuim van het niet tijdig betalen van het griffierecht niet aan haar kan worden tegengeworpen. De Raad heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van zijn eerdere oordeel en heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is. De uitspraak benadrukt het belang van het tijdig voldoen aan proceskosten en de gevolgen van verzuim in bestuursrechtelijke procedures.
De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, met M.M. van der Kade als voorzitter en H.J. Simon en H.J. de Mooij als leden. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier A.C. Palmboom.