ECLI:NL:CRVB:2008:BC2948
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.W.J. Schoor
- H.G. Rottier
- E. Dijt
- Rechtspraak.nl
Weigering van WAO-uitkering en onzorgvuldig medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2008 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een WAO-uitkering had aangevraagd na een toename van zijn arbeidsongeschiktheid. De appellant, die in 1972 gedeeltelijk verlamd raakte door een val, had eerder een WAO-uitkering ontvangen, maar deze was in 2002 ingetrokken. In 2003 meldde hij een toename van zijn beperkingen en verzocht hij om heropening van zijn uitkering. Het Uwv weigerde echter de uitkering toe te kennen, omdat zij van mening was dat er geen toegenomen beperkingen waren. De rechtbank Utrecht had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv onvoldoende zorgvuldig had gehandeld. De bezwaarverzekeringsarts had de appellant niet lichamelijk onderzocht en had zijn beoordeling uitsluitend gebaseerd op schriftelijke gegevens. De Raad concludeerde dat de verschillen in de beperkingen tussen de eerdere en latere rapportages niet voldoende waren onderzocht. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak en het bestreden besluit van het Uwv, verklaarde het beroep gegrond en droeg het Uwv op om opnieuw op het bezwaar van de appellant te beslissen. Tevens werd het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de appellant, die op € 1288,- werden begroot, en moest het griffierecht van € 140,- worden vergoed.