ECLI:NL:CRVB:2008:BC1678
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- S. Sweep
- R.C. Stam
- R.P.T.H. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken procesbelang in WAO-zaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. R.G.H.M. de Glas, hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat haar WAO-uitkering met ingang van 9 november 2003 introk. Het Uwv had eerder, bij besluit van 20 september 2007, zijn standpunt herzien en de intrekking van de uitkering niet langer gehandhaafd, waardoor de uitkering opnieuw werd vastgesteld op 80 tot 100%. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 januari 2008 uitspraak gedaan in deze zaak.
Tijdens de zitting op 11 mei 2007 is appellante in persoon verschenen, bijgestaan door haar advocaat. Het Uwv was vertegenwoordigd door J. de Graaf. Na de zitting heeft de Raad besloten het onderzoek te heropenen, maar later is besloten dat hernieuwd onderzoek ter zitting niet nodig was. De Raad heeft vastgesteld dat het Uwv met zijn besluit van 20 september 2007 volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante, waardoor er geen inhoudelijk geschil meer bestond.
De Raad heeft overwogen dat, volgens jurisprudentie, het belang bij een beoordeling van het bestreden besluit vervalt wanneer het Uwv zijn standpunt herziet, tenzij er een verzoek om schadevergoeding is gedaan. Aangezien appellante geen dergelijk verzoek heeft ingediend, concludeerde de Raad dat er geen procesbelang meer was. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
De Raad heeft tevens het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.307,16, inclusief griffierecht. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en leden van de Centrale Raad van Beroep en is openbaar uitgesproken op 4 januari 2008.