ECLI:NL:CRVB:2008:BC1548
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- H.G. Rottier
- B. Barentsen
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WAO-uitkering wegens gebrek aan medewerking aan onderzoek door vrees voor psychose
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 januari 2008 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Roermond van 2 november 2005. De appellant, geboren in 1964, ontving een uitkering op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) met een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%. De appellant had een aanvraag ingediend voor voortzetting van zijn uitkering, maar weigerde medewerking aan een beoordeling door een verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) uit angst voor een psychose. Het Uwv legde daarop een korting van 10% op de WAO-uitkering op en trok de uitkering per 1 juli 2004 in, omdat niet kon worden vastgesteld of het recht op de uitkering nog bestond.
De rechtbank verklaarde de beroepen van de appellant ongegrond, waarbij werd overwogen dat er geen medische onderbouwing was voor de vrees van de appellant dat een onderzoek door het Uwv een psychose zou uitlokken. In hoger beroep herhaalde de appellant zijn stellingen, maar de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om een deskundige te benoemen of het Uwv te veroordelen in de proceskosten. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellant geen goede redenen had om geen medewerking te verlenen aan het onderzoek. De Raad erkende de ernstige psychiatrische problematiek van de appellant, maar concludeerde dat hij in staat was om de gevolgen van zijn handelen te overzien en dat zijn gedrag niet verschoonbaar was.
De uitspraak benadrukt het belang van medewerking aan onderzoeken in het kader van de WAO en de verantwoordelijkheden van de verzekerde om aan de controlevoorschriften te voldoen. De Raad concludeerde dat de appellant, ondanks zijn psychische problemen, niet kon aantonen dat zijn vrees voor een psychose gerechtvaardigd was en dat hij de gevolgen van zijn weigering om mee te werken aan het onderzoek moest accepteren.