ECLI:NL:CRVB:2008:BC1228

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 januari 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-142 WSF
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen recht op studiefinanciering voor extraneus ingeschreven student

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de rechtmatigheid van de afwijzing van studiefinanciering aan betrokkene, die als extraneus was ingeschreven aan een onderwijsinstelling. De hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (IB-Groep) had eerder besloten dat betrokkene vanaf 1 augustus 2004 geen recht had op studiefinanciering, en had een vordering opgelegd wegens onterecht ontvangen toelage. Betrokkene had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard door de IB-Groep. De rechtbank Zwolle had het beroep van betrokkene tegen deze beslissing gegrond verklaard en het besluit van de IB-Groep vernietigd, met de opdracht om opnieuw te beslissen op het bezwaar van betrokkene.

De Centrale Raad van Beroep heeft het procesverloop en de eerdere uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De rechtbank had overwogen dat betrokkene recht had op studiefinanciering omdat hij volgens een bewijs van uitschrijving ingeschreven stond als leerling aan het ROC van Amsterdam Gooi en Vechtstreek. Echter, de Centrale Raad heeft vastgesteld dat betrokkene in werkelijkheid als extraneus was ingeschreven en dus niet voldeed aan de voorwaarden voor studiefinanciering. De Raad heeft geconcludeerd dat de eerdere uitspraak van de rechtbank berustte op een ondeugdelijke motivering en heeft deze vernietigd.

De Centrale Raad heeft het beroep van betrokkene alsnog ongegrond verklaard, waarbij werd opgemerkt dat de persoonlijke omstandigheden van betrokkene, zoals zijn financiële problemen, niet konden leiden tot een ander oordeel. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 4 januari 2008.

Uitspraak

07/142 WSF
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (hierna: appellante)
tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle van 30 november 2006, nr. 05/1184 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
[betrokkene] (hierna: betrokkene),
en
appellante
Datum uitspraak: 4 januari 2008
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 november 2007. Appellante was vertegenwoordigd door mr. drs. K. Meijer. Betrokkene is niet verschenen.
II. OVERWEGINGEN
Bij besluit van 8 april 2005 (Bericht Studiefinanciering 2004, nr. 8) heeft appellante beslist dat betrokkene vanaf 1 augustus 2004 geen recht heeft op studiefinanciering. De over de maanden augustus 2004 tot en met oktober 2004 teveel betaalde toelage ten bedrage van € 833,53 is omgezet in een kortlopende schuld. Tevens is een vordering wegens onterecht kaartbezit ten bedrage van € 408,- opgelegd.
Het bezwaar van betrokkene tegen het besluit van 8 april 2005 is bij besluit van 10 juni 2005 (hierna: het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Daarbij is aan appellante opgedragen om opnieuw op het bezwaar van betrokkene te beslissen en is de IB-Groep gelast het griffierecht aan betrokkene te vergoeden.
De rechtbank heeft overwogen dat het geschil zich beperkt tot de vraag of betrokkene in de periode van 1 augustus 2004 tot 1 november 2004 ingeschreven stond aan een instelling voor beroepsonderwijs en daarmee recht had op studiefinanciering. De rechtbank heeft vervolgens uit een door betrokkene overgelegd bewijs van uitschrijving, gedateerd 9 juni 2005, waarin het ROC van Amsterdam Gooi en Vechtstreek verklaart dat betrokkene vanaf 1 augustus 2004 leerling is van deze school en dat hij per 29 november 2004 is uitgeschreven, afgeleid dat aan het inschrijvingsvereiste is voldaan, ook al is voor hem geen onderwijskaart ingeleverd. Op grond daarvan heeft de rechtbank het bestreden besluit, als berustend op een ondeugdelijke motivering, wegens strijd met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) vernietigd.
Uit de door appellante in hoger beroep bij haar beroepschrift overgelegde kennisgevingen van uitschrijving, gedateerd 8 januari 2007, blijkt evenwel dat betrokkene in het tijdvak van 1 augustus 2004 tot 29 november 2004 niet als deelnemer in het beroepsonderwijs stond ingeschreven, maar als extraneus. Betrokkene heeft derhalve gedurende de in geding zijnde periode geen recht op studiefinanciering. Noch de familiesituatie noch de financiële problemen van betrokkene - hoe voorstelbaar ook - kunnen tot een andere conclusie leiden.
De aangevallen uitspraak dient bijgevolg te worden vernietigd en het beroep van betrokkene dient alsnog ongegrond te worden verklaard.
De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling op grond van artikel 8:75 van de Awb.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Vernietigt de aangevallen uitspraak;
Verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen als voorzitter en I.M.J. Hilhorst Hagen en J.P.M. Zeijen als leden.
De beslissing is, in tegenwoordigheid van M.C.T.M. Sonderegger als griffier, uitgesproken in het openbaar op 4 januari 2008.
(get.) J. Janssen.
(get.) M.C.T.M. Sonderegger.
MR