ECLI:NL:CRVB:2007:BC1673
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WAO-schatting en belastbaarheid van appellant na auto-ongeval
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 5 juli 2004, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) gegrond werd verklaard. Het Uwv had op 22 augustus 2005 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waarin de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant per 7 augustus 2001 werd vastgesteld op 45 tot 55%. Appellant heeft hoger beroep ingesteld, omdat hij van mening is dat de voorgehouden functies niet geschikt zijn gezien zijn medische toestand, die is verergerd door een auto-ongeval op 8 augustus 2000. Tijdens de zitting op 2 november 2007 was appellant niet aanwezig, maar het Uwv werd vertegenwoordigd door W.L.J. Weltevrede.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen het medisch onderzoek naar de beperkingen van appellant beoordeeld. De Raad concludeert dat het Uwv de belastbaarheid van appellant correct heeft vastgesteld en dat de medische gegevens die door appellant zijn overgelegd, geen aanleiding geven om het eerdere oordeel te herzien. De Raad oordeelt dat appellant, ondanks zijn nekklachten en concentratieproblemen, in staat is om de aan de schatting ten grondslag liggende functies te vervullen. De Raad verklaart het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk en het beroep tegen het besluit van 22 augustus 2005 ongegrond. Tevens wordt het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 322,- en dient het Uwv het griffierecht van € 102,- aan appellant te vergoeden.