ECLI:NL:CRVB:2007:BB9416
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van vergoeding voor zittend ziekenvervoer op basis van de Regeling ziekenvervoer Ziekenfondswet
In deze zaak gaat het om de aanvraag van appellant voor vergoeding van zittend ziekenvervoer op basis van de ministeriële Regeling ziekenvervoer Ziekenfondswet. Appellant, die lijdt aan posttraumatische epilepsie en een ernstig organisch psychosyndroom, heeft op 10 juni 2004 een aanvraag ingediend voor vergoeding van taxikosten naar het Elkerliek ziekenhuis in Helmond. Deze aanvraag werd door de Centrale Zorgverzekeraars groep Zorgverzekeraar U.A. (CZ) afgewezen op 30 juni 2004, omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling. Appellant maakte bezwaar, maar CZ handhaafde zijn besluit. De rechtbank 's-Hertogenbosch verklaarde het beroep van appellant ongegrond, waarop appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 4 december 2007 behandeld. De Raad oordeelde dat de rechtbank zich ten onrechte had beperkt tot een marginale toetsing van het beleid van CZ. De Raad concludeerde dat appellant, gezien zijn medische situatie en de noodzaak van frequent vervoer, wel degelijk recht had op vergoeding van de kosten. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van CZ, en oordeelde dat CZ de aanvraag van appellant moest honoreren. Tevens werd CZ veroordeeld in de proceskosten van appellant, die opliepen tot € 1.449,--, en moest CZ het griffierecht van € 142,-- vergoeden.