ECLI:NL:CRVB:2007:BB9267
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake studiefinanciering en meerinkomen over 2001
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Dordrecht, waarin de IB-Groep een vordering wegens meerinkomen over 2001 had ingesteld. Appellant had studiefinanciering ontvangen, maar de IB-Groep stelde dat hij meerinkomen had dat in aanmerking moest worden genomen bij de vaststelling van zijn toetsingsinkomen. Appellant betwistte de vordering, omdat hij vond dat de IB-Groep ten onrechte geen gebruik had gemaakt van de hardheidsclausule, die in bepaalde gevallen kan leiden tot een afwijking van de wettelijke bepalingen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de IB-Groep het toetsingsinkomen van appellant correct had berekend volgens de geldende wetgeving. De Raad benadrukte dat de hardheidsclausule alleen kan worden toegepast in uitzonderlijke situaties, en dat appellant niet had aangetoond dat hij in een dergelijke situatie verkeerde. De Raad merkte op dat de wetgeving helder was en geen ruimte liet voor een andere interpretatie. Bovendien was appellant niet tijdig met een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule gekomen, wat zijn positie verder verzwakte.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de IB-Groep terecht had gehandeld door de vordering wegens meerinkomen vast te stellen. De beslissing werd genomen in aanwezigheid van de griffier, en het onderzoek ter zitting vond plaats op 13 juli 2007. Appellant was bijgestaan door zijn gemachtigde, terwijl de IB-Groep werd vertegenwoordigd door een advocaat. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.