ECLI:NL:CRVB:2007:BB8757
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de juistheid van de WAO-schatting en medische onderzoeken door het Uwv
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 11 september 2006, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 16 december 2004 een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waarin de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante werd vastgesteld op 55-65%. Appellante was het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 13 juli 2007 was appellante aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, terwijl het Uwv niet vertegenwoordigd was.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen reden is om het medische onderzoek door de bezwaarverzekeringsarts in twijfel te trekken. De Raad heeft vastgesteld dat de Functionele Mogelijkheden Lijst correct is vastgesteld en dat de rapporten van Instituut Psychosofia geen aanleiding geven tot een andere conclusie. De Raad heeft ook de arbeidskundige component van de schatting beoordeeld en geconcludeerd dat de geduide functies de belastbaarheid van appellante niet overschrijden.
Uiteindelijk heeft de Raad het hoger beroep van appellante afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 9 november 2007.