ECLI:NL:CRVB:2007:BB8110
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van griffierecht en wettelijke rente in WAO-zaak
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Dordrecht, waarin het beroep tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) ongegrond werd verklaard. Het Uwv had op 9 maart 2004 de uitkering van appellante ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) ingetrokken, wat leidde tot bezwaar en een daaropvolgend besluit van 5 januari 2005 waarin het bezwaar ongegrond werd verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing in haar uitspraak van 4 november 2005. Appellante, vertegenwoordigd door haar gemachtigde W.D.F. Schildt, ging in hoger beroep.
Tijdens de procedure heeft het Uwv op 13 januari 2006 het bestreden besluit ingetrokken en de uitkering van appellante per 10 mei 2004 ongewijzigd voortgezet, wat betekende dat het Uwv volledig aan de verzoeken van appellante tegemoetkwam. Desondanks besloot appellante om het hoger beroep voort te zetten, omdat zij schadevergoeding in de vorm van wettelijke rente over de na te betalen uitkering eiste. De zitting vond plaats op 28 september 2007, waar de gemachtigde van appellante een verzoek indiende voor vergoeding van griffierecht, proceskosten en wettelijke rente.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak, maar dat zij wel belang behield bij een gegrondverklaring van haar beroep en een vernietiging van het bestreden besluit. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak, verklaarde het beroep gegrond, en vernietigde het bestreden besluit. Het Uwv werd veroordeeld tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering. De claim voor proceskosten werd afgewezen, omdat er geen sprake was van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. Wel werd het door appellante betaalde griffierecht van € 140,- voor vergoeding in aanmerking gebracht.