ECLI:NL:CRVB:2007:BB8070
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- I.M.J. Hilhorst Hagen
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Herstelbeleid en vijfjarenvereiste in het bestuursrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle van 22 september 2006, waarbij de IB-Groep een verzoek van appellant om zijn uitwonendenbeurs te herzien, had afgewezen. Appellant had niet tijdig bezwaar gemaakt tegen eerdere besluiten van de IB-Groep, waardoor deze besluiten in rechte onaantastbaar waren geworden. Appellant verzocht de IB-Groep in februari 2006 om zijn status als uitwonende te herzien en zijn studieschuld opnieuw te berekenen. De IB-Groep weigerde dit verzoek, wat leidde tot de rechtszaak.
De rechtbank vernietigde het besluit van de IB-Groep, maar handhaafde de rechtsgevolgen omdat het bezwaar ongegrond was. De rechtbank stelde dat appellant niet voldeed aan het vereiste van het herstelbeleid, dat voorschrijft dat een herstelaanvraag binnen vijf jaar moet worden ingediend. Appellant was het niet eens met deze uitspraak en voerde aan dat hij nooit op de hoogte was gesteld van de vijfjaarstermijn en dat hij in 1997 bewijsstukken had ingediend die nu niet meer te traceren zijn.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat het vijfjarenvereiste niet was nageleefd en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op het herstelbeleid rechtvaardigden. De bewijsstukken die appellant claimde te hebben ingediend, waren niet meer beschikbaar, waardoor deze geen rol konden spelen in de beoordeling. De Raad concludeerde dat het hoger beroep geen doel trof en dat er geen aanleiding was voor vergoeding van proceskosten.