ECLI:NL:CRVB:2007:BB6878
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en de rol van medisch deskundigen in het hoger beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 oktober 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht. De zaak betreft de vaststelling van arbeidsongeschiktheid van een werknemer van appellante, waarbij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betrokken is. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.F.M. Verheij, heeft hoger beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van haar beroep door de rechtbank. De rechtbank had eerder het besluit van het Uwv om het bezwaar van appellante tegen een eerdere beslissing ongegrond te verklaren, bevestigd.
De Raad heeft in zijn overwegingen de rol van de bezwaarverzekeringsarts en de consistentie van de medische rapportages beoordeeld. Appellante betwistte de opvatting van de bezwaarverzekeringsarts dat er sprake was van een consistente en eenduidige beoordeling van de arbeidsmogelijkheden van de werknemer. De Raad heeft vastgesteld dat er geen relevante afwijkingen zijn vastgesteld met betrekking tot de rug van de werknemer, maar dat er wel beperkingen zijn aangenomen die leiden tot arbeidsongeschiktheid.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep van appellante gegrond is. De eerdere uitspraak van de rechtbank en het besluit van het Uwv zijn vernietigd. De Raad heeft het Uwv opgedragen om een nieuw besluit op bezwaar te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 1.288,-. De uitspraak benadrukt de noodzaak van een zorgvuldige en goed onderbouwde medische beoordeling bij de vaststelling van arbeidsongeschiktheid.