ECLI:NL:CRVB:2007:BB6752
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- A.B.J. van der Ham
- Rechtspraak.nl
Hervatting invordering onverschuldigd betaalde bijstandsuitkering en het vertrouwensbeginsel
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Almelo, waarin het beroep tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Hengelo ongegrond werd verklaard. Het College had op 17 januari 2006 besloten het bezwaar van appellant tegen de hervatting van de invordering van onverschuldigd betaalde bijstandsuitkering ongegrond te verklaren. Appellant had in hoger beroep zijn bezwaren tegen deze beslissing gemotiveerd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 oktober 2007 uitspraak gedaan.
De Raad overweegt dat appellant gehouden is om kosten van bijstand aan het College terug te betalen, zoals vastgesteld in eerdere uitspraken van de rechtbank Almelo en het kantonrechter te Enschede. Het College heeft de bevoegdheid om over te gaan tot invordering van kosten van bijstand verleend over tijdvakken die voor 1 januari 2004 liggen. De Raad stelt vast dat appellant eerder periodiek heeft afgelost, maar dat deze verrekening per abuis was gestaakt. De Raad oordeelt dat het College in overeenstemming met zijn beleid heeft gehandeld door de invordering van de nog door appellant verschuldigde bedragen te hervatten.
Appellant heeft zich beroepen op het vertrouwensbeginsel, maar de Raad oordeelt dat er geen toezegging is gedaan dat van verdere invordering zou worden afgezien. De door appellant overgelegde documenten bieden onvoldoende grond voor het oordeel dat hij gerechtvaardigde verwachtingen heeft gewekt dat de invordering niet zou worden hervat. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.