ECLI:NL:CRVB:2007:BB6448
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WAZ-uitkering en vaststelling maatmaninkomen
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, die op 19 mei 2005 het beroep ongegrond verklaarde. Het geschil betreft de beëindiging van de WAZ-uitkering van appellant door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het Uwv handhaafde zijn besluit van 27 mei 2003, waarin werd gesteld dat de arbeidsongeschiktheid van appellant was gedaald tot minder dan 25%. De rechtbank oordeelde dat het Uwv terecht was uitgegaan van een maatmanomvang van 50 uur per week.
In hoger beroep heeft appellant betoogd dat de maatmanomvang in zijn geval meer dan 55 uur per week zou moeten zijn. De Raad voor de Rechtspraak heeft de argumenten van appellant overwogen, maar concludeerde dat de maatmanomvang geen invloed heeft op het verlies aan verdiencapaciteit. Het Uwv had aanvankelijk het verlies aan verdiencapaciteit berekend op ruim 56%, maar door een wijziging in de indexering van het maatmaninkomen is dit percentage drastisch gedaald, ondanks dat de gezondheidstoestand van appellant niet was verbeterd.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de door appellant aangevoerde beroepsgrond niet kon leiden tot een hogere WAZ-uitkering. De Raad zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met D.J. van der Vos als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 19 oktober 2007.