ECLI:NL:CRVB:2007:BB6228
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- H.J. de Mooij
- L.J.A. Damen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding in verband met onrechtmatige ZF-inschrijving en evenwichtige belangenafweging
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van Zilveren Kruis Achmea Zorgverzekeringen N.V. tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had op 9 maart 2006 geoordeeld dat de intrekking van de bijstandsuitkering van betrokkene door de gemeente Rotterdam onterecht was en dat de schadevergoeding die Zilveren Kruis had opgelegd, niet kon worden gehandhaafd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 19 september 2007 uitspraak gedaan in deze zaak.
De feiten van de zaak zijn als volgt: Betrokkene had een bijstandsuitkering die op 1 juli 2003 werd ingetrokken. Zilveren Kruis had betrokkene meegedeeld dat hij onrechtmatig als ziekenfondsverzekerde was ingeschreven van 1 juli 2003 tot 6 april 2004 en dat hij een schadevergoeding van € 811,88 verschuldigd was. Betrokkene had echter niet aan Zilveren Kruis gemeld dat zijn bijstandsuitkering was beëindigd, wat volgens Zilveren Kruis een schending van de verplichtingen van betrokkene was.
De Raad oordeelde dat betrokkene gehouden was om Zilveren Kruis te informeren over de beëindiging van zijn bijstandsuitkering. De Raad benadrukte dat de uitoefening van de bevoegdheid om schadevergoeding te vorderen geen automatisme mag zijn, maar moet berusten op een evenwichtige belangenafweging. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar op andere gronden, en oordeelde dat Zilveren Kruis een nieuw besluit op het bezwaar van betrokkene moest nemen, rekening houdend met de uitspraak van de Raad.
De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, omdat er geen kosten waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met R.M. van Male als voorzitter en H.J. de Mooij en L.J.A. Damen als leden, in aanwezigheid van griffier M. Eikelenboom-Renden.