ECLI:NL:CRVB:2007:BB4513
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- R.C. Stam
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van de uitspraak van de rechtbank Haarlem inzake de WAZ-uitkering van een zelfstandige na verkeersongeval
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 september 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een WAZ-uitkering aanvroeg na een verkeersongeval op 29 maart 1999. De appellant, werkzaam als zelfstandige in de schildersbranche, had in 2001 een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag in 2002 afgewezen, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid van de appellant minder dan 25% werd geschat. Na een aantal juridische stappen, waaronder een beroep bij de rechtbank Haarlem, werd de zaak uiteindelijk voorgelegd aan de Centrale Raad van Beroep.
De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. De Raad constateerde dat het Uwv op 12 november 2003 een besluit had genomen op bezwaar, waartegen geen beroep was ingesteld. De Raad benadrukte dat de ontvankelijkheid van het beroep van openbare orde is en dat het niet aan partijen is om de omvang van het beroep te bepalen. De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het inleidende beroep van de appellant niet-ontvankelijk.
De uitspraak benadrukt het belang van de ontvankelijkheid in bestuursrechtelijke procedures en de noodzaak voor appellanten om tijdig beroep in te stellen tegen besluiten van het Uwv. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.