ECLI:NL:CRVB:2007:BB2849
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.A.J. van den Hurk
- J.J.A. Kooijman
- R. van der Spoel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het aflossingsbedrag van teveel ontvangen bijstandsuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan op het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had eerder het beroep van appellante tegen een besluit van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de wijziging van het maandelijks af te lossen bedrag van een schuld aan het College wegens teveel ontvangen bijstandsuitkering. Appellante had in het kader van een heronderzoek gegevens overgelegd, waarna het College het aflossingsbedrag had verhoogd van € 90,76 naar € 277,68. Later werd dit bedrag opnieuw vastgesteld op € 263,21 per maand na het gegrond verklaren van het bezwaar van appellante.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat de berekening van het aflossingsbedrag in overeenstemming was met de beleidsregels van het College. De Raad heeft daarbij artikel 475c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en de relevante artikelen van de Wet werk en bijstand in overweging genomen. De Raad oordeelde dat het College de beleidsregel correct had toegepast en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijkende afbetalingsregeling rechtvaardigden. Appellante had aangevoerd dat het aflossingsbedrag te hoog was, gezien haar zorg voor drie kinderen en andere schulden, maar de Raad oordeelde dat het College rekening had gehouden met de inkomenspositie van appellante.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd gedaan in het openbaar op 21 augustus 2007, waarbij de voorzitter en de leden van de Raad aanwezig waren, evenals de griffier.