ECLI:NL:CRVB:2007:BB2710
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Overschrijding beroepstermijn niet verschoonbaar; verzet ongegrond
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 31 augustus 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 15 juni 2006. De Raad heeft het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het beroepschrift te laat was ingediend. Appellante had het beroepschrift pas op 28 juli 2006 per fax ingediend, terwijl de termijn voor indiening op 27 juli 2006 eindigde. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, stellende dat er verwarring was ontstaan over de procedures en dat haar gemachtigde de beroepsprocedure niet tijdig had opgestart.
Tijdens de zitting op 20 juli 2007 heeft appellante haar standpunt toegelicht. De Raad heeft overwogen dat de gevolgen van de handelingen van een gemachtigde voor rekening komen van de cliënt. Appellante's argument dat het beroepschrift tijdig zou zijn geweest als het per post was verzonden, werd verworpen. De Raad heeft vastgesteld dat volgens artikel 6:9 van de Algemene wet bestuursrecht een beroepschrift tijdig is indien het vóór het einde van de termijn is ontvangen. Aangezien het beroepschrift pas na afloop van de termijn was ontvangen, kon het verzet niet worden gegrond verklaard.
De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het verzet ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter en J. Brand en I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven.