ECLI:NL:CRVB:2007:BB2359
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- J. Brand
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 augustus 2007 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 30 januari 2007, waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De reden voor deze niet-ontvankelijkheid was dat het verschuldigde griffierecht pas op 12 december 2006 op de rekening van de Raad was bijgeschreven, terwijl de termijn voor betaling eindigde op 11 december 2006. Appellante heeft in haar verzetschrift aangevoerd dat het griffierecht op 11 december 2006 van haar rekening was afgeschreven en dat de Postbank had gegarandeerd dat het bedrag, indien voor 11 uur gestort, op dezelfde dag zou worden bijgeschreven. Tijdens de zitting op 13 juli 2007 was appellante aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, mr. A.M. van den Hurk. Het Uwv was niet vertegenwoordigd.
De Raad heeft overwogen dat appellante in verzet geen argumenten heeft aangedragen die de late betaling van het griffierecht kunnen verontschuldigen. De Raad benadrukt dat de verantwoordelijkheid voor tijdige betaling bij appellante ligt en dat de vermeende garantie van de Postbank niet relevant is voor de beoordeling. Ook het feit dat appellante moeite had om het griffierecht bij elkaar te krijgen, leidt niet tot een ander oordeel. De Raad heeft daarom het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter, en is in het openbaar uitgesproken.