ECLI:NL:CRVB:2007:BB1690
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Janssen
- J. Brand
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van te veel betaalde studiefinanciering in verband met één-oudertoeslag en uitwonendenbeurs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een uitspraak van de rechtbank Groningen, waarin werd geoordeeld dat de IB-Groep terecht het besluit heeft gehandhaafd om de ten onrechte betaalde één-oudertoeslag terug te vorderen. Appellante had in de periode van 1 juli 2003 tot 1 november 2004 ten onrechte een één-oudertoeslag ontvangen, wat resulteerde in een terugvordering van € 6.365,46. Appellante stelde dat zij recht had op een uitwonendenbeurs en dat de IB-Groep slechts het verschil tussen de uitwonendenbeurs en de één-oudertoeslag had mogen terugvorderen. De rechtbank oordeelde echter dat het recht op een uitwonendenbeurs niet van invloed was op de beoordeling van de herziening en terugvordering van de één-oudertoeslag. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de terugvordering in overeenstemming met de wet was. De Raad nam als vaststaand aan dat appellante geen recht had op de uitwonendenbeurs, omdat haar verzoek om deze beurs met terugwerkende kracht was afgewezen. De Raad concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van de wet rechtvaardigden. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J. Janssen als voorzitter, en werd in het openbaar uitgesproken op 3 augustus 2007.