ECLI:NL:CRVB:2007:BB0297

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 juli 2007
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
05-4811 NABW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van een uitspraak wegens schending van fundamenteel procedurevoorschrift

In deze zaak heeft appellante, na de uitspraak van de Raad van 20 juni 2006, meerdere brieven gestuurd waarin zij aangeeft dat er bij de totstandkoming van die uitspraak een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden. De Centrale Raad van Beroep heeft deze brieven in overweging genomen en partijen de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de mogelijkheid van een vervallenverklaring van de eerdere uitspraak. Appellante heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.

De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet op de hoogte was van het feit dat het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf zich ter zitting van de Raad op 9 mei 2006 wel zou laten vertegenwoordigen, terwijl dit in eerdere berichten niet was aangegeven. Hierdoor is appellante de kans ontnomen om haar standpunt ter zitting te verdedigen en het College van weerwoord te dienen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er inderdaad een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden bij de totstandkoming van de uitspraak van 20 juni 2006.

Op basis van deze overwegingen heeft de Centrale Raad van Beroep besloten om de uitspraak van 20 juni 2006, met zaaknummer 05/4811 NABW, vervallen te verklaren. De zaak zal nu door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter T.G.M. Simons, en is openbaar uitgesproken op 16 juli 2007.

Uitspraak

05/4811 NABW-V
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
tot vervallenverklaring van de uitspraak van de Raad van 20 juni 2006, 05/4811 NABW
Partijen:
[appellante], hierna: appellante;
2. het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf, hierna: College
Datum uitspraak: 16 juli 2007
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft de Raad bij brieven van 24 juli 2006, 16 augustus 2006, 2 september 2006 en 6 december 2006 medegedeeld van mening te zijn dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 20 juni 2006 een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden.
De Raad heeft daarin aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een vervallenverklaring van de uitspraak.
Appellante heeft van die gelegenheid gebruik gemaakt.
II. OVERWEGINGEN
Gebleken is dat appellante niet op de hoogte was van het gegeven dat het College zich, in tegenstelling tot eerdere berichten, ter zitting van de Raad van 9 mei 2006 wel zou laten vertegenwoordigen. Daarmee is aan appellante de mogelijkheid onthouden om, desgewenst, ter zitting van de Raad het College weerwoord te geven.
Het voorgaande betekent dat bij de totstandkoming van de uitspraak van 20 juni 2006 een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden. De Raad ziet hierin aanleiding die uitspraak vervallen te verklaren.
Na de vervallenverklaring van de uitspraak zal de zaak door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep:
verklaart zijn uitspraak van 20 juni 2006, 05/4811 NABW, vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons als voorzitter en J.J.A. Kooijman en J.N.A. Bootsma als leden. De beslissing is, in tegenwoordigheid van S.R. Bagga als griffier, uitgesproken in het openbaar op 16 juli 2007.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) S.R. Bagga.