ECLI:NL:CRVB:2007:BB0297
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring van een uitspraak wegens schending van fundamenteel procedurevoorschrift
In deze zaak heeft appellante, na de uitspraak van de Raad van 20 juni 2006, meerdere brieven gestuurd waarin zij aangeeft dat er bij de totstandkoming van die uitspraak een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden. De Centrale Raad van Beroep heeft deze brieven in overweging genomen en partijen de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de mogelijkheid van een vervallenverklaring van de eerdere uitspraak. Appellante heeft van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet op de hoogte was van het feit dat het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf zich ter zitting van de Raad op 9 mei 2006 wel zou laten vertegenwoordigen, terwijl dit in eerdere berichten niet was aangegeven. Hierdoor is appellante de kans ontnomen om haar standpunt ter zitting te verdedigen en het College van weerwoord te dienen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er inderdaad een fundamenteel procedurevoorschrift is geschonden bij de totstandkoming van de uitspraak van 20 juni 2006.
Op basis van deze overwegingen heeft de Centrale Raad van Beroep besloten om de uitspraak van 20 juni 2006, met zaaknummer 05/4811 NABW, vervallen te verklaren. De zaak zal nu door een andere kamer van de Raad opnieuw worden behandeld. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter T.G.M. Simons, en is openbaar uitgesproken op 16 juli 2007.