ECLI:NL:CRVB:2007:BB0279
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- R.C. Stam
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de verlaging van het WAO-dagloon en de ingangsdatum van de verlaging
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 13 juni 2005, waarin de rechtbank de herziening van het WAO-dagloon heeft goedgekeurd, maar de ingangsdatum van de verlaging heeft vastgesteld op 1 november 2004. Appellant heeft hoger beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting van 1 juni 2007. Het Uwv was vertegenwoordigd door mr. L. Smid. De rechtbank had geoordeeld dat het Uwv niet eerder dan 1 november 2004 de verlaging van het dagloon kon doorvoeren, en dit oordeel is door de Centrale Raad van Beroep bevestigd. De Raad heeft vastgesteld dat het hoger beroep zich enkel richtte tegen de ingangsdatum van de verlaging en niet tegen de berekening van het dagloon zelf. Appellant beriep zich op een ongedateerde brief van het Uwv, waarin werd aangegeven dat de WAO-uitkering geen wijziging ondergaat door de samenvoeging van systemen per 1 oktober 2004. De Raad oordeelde dat appellant hieraan gerechtvaardigd vertrouwen had mogen ontlenen, maar bevestigde desondanks de uitspraak van de rechtbank. De Raad heeft geen kosten voor vergoeding in aanmerking genomen. De uitspraak is gedaan door G.J.H. Doornewaard als voorzitter en R.C. Stam en J.P.M. Zeijen als leden, en is openbaar uitgesproken op 13 juli 2007.