ECLI:NL:CRVB:2007:BB0227
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.J.H. Doornewaard
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Toenemende arbeidsongeschiktheid binnen vijf jaar na intrekking WAO-uitkering
In deze zaak gaat het om de vraag of de appellant, die eerder een WAO-uitkering ontving, binnen vijf jaar na de intrekking van deze uitkering opnieuw arbeidsongeschikt is geworden. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep van de appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er onvoldoende medische gegevens waren om te concluderen dat de arbeidsongeschiktheid van de appellant al voor 1 januari 2000 was ontstaan. De Raad stelt vast dat het Uwv op goede gronden heeft geoordeeld dat de appellant niet binnen de gestelde termijn van vijf jaar arbeidsongeschikt is geworden, zoals vereist door artikel 43a van de WAO. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de medische informatie die door de appellant is ingediend, niet overtuigend genoeg is om aan te tonen dat de toegenomen arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als de eerdere arbeidsongeschiktheid. De Raad wijst erop dat de informatie van de behandelend artsen te summier is en dat er geen bewijs is dat de appellant voor 1 januari 2000 al arbeidsongeschikt was. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig om een proceskostenvergoeding toe te kennen.